Geregeld komt de vraag waar de naam ‘Oostrem’ vandaan komt. Wij stamelen dan een beetje en verwijzen naar ‘Oustrum’, ‘Oosterheem’, ‘Ten Oosten gelegen van’. Maar eigenlijk weten we het niet zo goed.
Gelukkig brengt het standaardwerk Geschiedenis van Herent van Marcel Piot raad.
De benamingen Oesterhem, Oestrem en Oostrem verwijzen als ‘heem’toponiemen naar het ontstaan van verschillende hofkerkjes of miniparochies in de post-frankische periode van de 9de eeuw. Eeuwenlang was het gehucht ‘Oostrem’ een zelfstandige, onafhankelijke parochie, die volledig los stond van de Herentse parochie en zelfs tot een ander bisdom behoorde. Op een boogscheut van elkaar stonden er twee aparte parochiekerken, waarbij het ‘hofblok’ van Oostrem tot aan de huidige Schoolstraat reikte. Daar waar Herent als moederparochie ook instond voor de zielzorg van Tildonk en Wijgmaal, afhankelijk van het bisdom Cambrai Noord-Frankrijk), behoorde Oostrem samen met Wilsele, Winksele en Veltem tot de moederparochie van Sint-Pieter in Leuven (afhankelijk van het bisdom Luik).
De kern van de ‘villula’ (klein landgoed, gehuchtje) Oostrem of het ‘hofblok’ is het vroeger volledig ommuurde gebied van het klooster Betlehem, trapeziumvormig en omsloten door oude wegen. Petrus Ympens, vijftiende prior van Betlehem (1504-1523) verhaalt over het ontstaan van het klooster en de afstamming van de stichter Godefridus de Curia of Godefridus van Oostrem. Zijn grootvader Henricus de Curia had als schildknaap roem verworven met de wapens. Er is dus zeker sprake van het geslacht ‘van Oostrem’.
Geef toe: geschiedenis kan echt boeiend zijn. Had ik (Mario) destijds toch maar beter opgelet tijdens de lessen geschiedenis van Marcel Piot in het Sint-Pieterscollege. Van een vat vol wijsheid en kennis gesproken!
Detail Ferrariskaarten (18de eeuw)
De winterhappening van 2024 komt eraan!
Ook dit jaar wordt het een gezellige wintermarkt met lekkernijen, eigen producten en leuke optredens. Kom zeker een kijkje nemen!
Allen welkom op woensdag 27 november tussen 14 en 21u.