Er zijn zo van die mensen die je je altijd herinnert, ook al ken je ze niet zo goed of heb je die persoon slechts één of twee keer ontmoet. Zo’n man was Luk van Riel, mede-oprichter van vzw Knalselder, opvoeder bij Oostrem, maar ook vader, broer en vriend van velen. Op 21 januari jongstleden moesten we van hem afscheid nemen. Luk werd slechts 62 jaar. Hij zal gemist worden.
Zondag 19 januari werden we gecontacteerd door een zeer goede vriend van Luk Van Riel, begeleider De Schoppe. Hij bracht het zeer droeve nieuws dat Luk zwaar ten val kwam en onherstelbare hersenschade opliep. De toestand was zo ernstig dat familie en vrienden diezelfde dag al afscheid namen in het ziekenhuis. Eén van zijn kinderen kwam in allerijl uit Spanje. Wij spraken af zelf nog niet te communiceren om de familie de kans te geven in alle intimiteit kennis te nemen van deze verschrikkelijke gebeurtenis.
Luk verloor bij zijn val direct zijn bewustzijn en zag niet meer af. Dat troost ons enigszins. Naar zijn wens werd zijn lichaam aan de wetenschap geschonken.
We verliezen met Luk een zeer goede begeleider, collega en vriend; iemand die zich grenzeloos inzette en op elke vraag een volmondig ja antwoordde. Hij was zeer gekend, én geliefd, en hield er een zeer grote vriendenkring op na.
De verslagenheid en het verdriet treft ons allemaal. We ervaren een zeer grote leegte en rouwen, elk op onze eigen manier. Rouw voelt rauw aan.
Toen Luk zo’n 15 jaar geleden stage liep in Oostrem, wisten we meteen: “Dit is iemand die uit het juiste hout gesneden is. Die moeten we houden.” Theoloog, muzikant, elektrieker, zaakvoerder, met horeca-ervaring en een warm hart voorbewoners en dagcentrumbezoekers. Luk droeg het DNA van Oostrem in zich.
Luk gaf mee vorm aan De Wilg, het nursinghome voor mensen met multiple sclerose en niet-aangeboren hersenletsels en werd er diensthoofd. Later werd hij coördinator van De Schoppe, het para-agrarische atelier van de Benedictushoeve, en vervulde hij ook de rol van conciërge. Of het nu ging om het uitlenen van ruimtes, het organiseren van evenementen, of simpelweg ergens bijspringen: Luk zei altijd volmondig “Ja”.
Sinds die zondag leven we in een roes. We gaan werken, vergaderen, begeleiden, maar eigenlijk zijn we er niet. Het verlies van Luk heeft ons diep geraakt.
Tijdens de uitvaartplechtigheid, met meer dan 800 aanwezigen, beschreef Inge hoe de collega’s van het dagcentrum Luk ervaarden. Hieronder vind je de volledige tekst.
Toen Luc zo’n 15 jaar geleden stage liep in Oostrem, wisten we meteen: “Dit is iemand die uit het juiste hout gesneden is. Die moeten we houden.” Theoloog, muzikant, elektrieker, zaakvoerder, met horeca-ervaring en een warm hart voor bewoners en dagcentrumbezoekers. Luc droeg het DNA van Oostrem in zich.
Luc gaf mee vorm aan De Wilg, het nursinghome voor mensen met multiple sclerose en niet-aangeboren hersenletsels, en werd er diensthoofd. Later werd hij coördinator van De Schoppe, het para-agrarische atelier van de Benedictushoeve, en vervulde hij ook de rol van conciërge. Of het nu ging om het uitlenen van ruimtes, het organiseren van evenementen, of simpelweg ergens bijspringen: Luc zei altijd volmondig “Ja”.
Sinds zondag leven we in een roes. We gaan werken, vergaderen, begeleiden, maar eigenlijk zijn we er niet. Het verlies van Luc heeft ons diep geraakt.
Samen met Inge geven we nu woorden aan hoe jij was, hoe de collega’s van het dagcentrum je ervaarden:
Onze Luk, Lukske, sociale Luk, officieel met een C maar je schreef het zelf toch liever met een K. Het zegt al dadelijk iets over jou. Een eigenheid die je zeer consequent doortrok. In je uiterlijk, in je levensstijl, in je gedragingen en woorden. Je oranje zonnebril, want je was en bleef een Nederlander, veranderde na verloop van tijd wel in een roze.
Je startte pas in 2020 in het dagcentrum, maar het voelt zoveel langer aan. Je was er dan ook altijd bij. Zelfs als je verlof had, kwam je opdagen om de zaal klaar te zetten, het gras af te rijden, de tomaten water te geven, mensen te ontvangen. De sponsoracties, het tentenkamp: in coronatijd in jouw tuin, in aparte tentjes, de Special Olympics, Oostrem zomert, de winterhappening. Zoveel projecten waar je bij betrokken was, die je mee organiseerde. Zelfs als de madammen met Willy iets gingen eten, vond je dat je haren lang genoeg waren om mee te mogen. En we hadden je er maar al te graag bij!
Luk, je was iemand met een groot hart! Onvervangbaar, je voegde de daad bij het woord. Je was goedlachs en dé lieveling van vele bewoners en dagcentrumgebruikers, graag gezien door elke collega. Je was de man die alles relativeerde: we regelen dat wel, het komt wel in orde. Soms moesten anderen dan wel zorgen dat het in orde kwam. Zoals die keer dat je appelbollen en worstenbroden bij de bakker bestelde, maar je ze vergat af te halen.
Luk, je straalde zoveel rust uit, gaf vertrouwen. Je was onze rots in de branding. Je voelde je dan ook enorm thuis in Oostrem, je was hier gelukkiger dan ooit, je voelde je gewaardeerd. Luk richtte de Oostremband ook op. Muziek was, naast lekker eten en er ne goeie drinken zijn leven. Dat is een kleine troost, je omarmde het leven en genoot er ten volle van.
Luk was niet alleen geliefd in Oostrem, maar in heel Wijgmaal, Herent en omstreken. Hij sprak vaak over zijn vrienden, het repeteren, de madammen van curieus en natuurlijk over zijn kinderen. Jonas, Sara en Anke kwamen regelmatig ter sprake. Hij was terecht enorm fier op jullie!
Veel te snel en totaal onverwacht moeten we afscheid nemen van jou. We kunnen nog steeds niet geloven dat jij maandag niet meer binnengewandeld komt. Je fietstas op de stoel zwiert, jas uit, de mouwen opstroopt om er dadelijk in te vliegen. We kunnen niet meer vragen: goed weekend gehad? Welke soep wordt het vandaag? Geen enkel feestje gaat nog hetzelfde zijn. Wie gaat er nu vragen: ‘alez, nog ne laatste?’, om er dan na die laatste toch nog ene te drinken, en dan te eindigen in den Travoo of in ’t Geniep.
Hier in de Schoppe, een naam met een dubbele betekenis, die jij bedacht, zal het nooit meer hetzelfde zijn. Je was zo fier op onze werking, op onze zaal. We zullen troost moeten zoeken in de dingen die we rondom ons zien: de serre, de tuin. We zullen de tomaten water geven en we laten ze dit jaar wel staan tot de allerlaatste tomaat gerijpt is.
Een tekst voor Luk schrijven zonder het woord Duvel te vernoemen, het was bijna gelukt, maar het zou geen goede tekst geweest zijn. Luk, je weet dat we er nog wel een aantal zullen drinken, ook al zal het verdomd zeer doen zonder jou. We gaan dan mooie herinneringen bovenhalen, net zoals we vorige week donderdag voor de laatste keer deden bij William thuis. We hadden je zo graag gezegd hoe graag we je zien en je nog eens goed vastgepakt.
Alles komt altijd in orde, alleen deze keer niet…